Beschrijving: Calatoria lui Gruber: geregisseerd door Radu Gabrea. Met Florin Piersic Jr., Marcel Iures, Udo Schenk, Claudiu Bleont. Op 22 juni 1941 vallen Duitsland en Roemenië Sovjet-Rusland aan. Enkele dagen later arriveert Curzio Malaparte, de Italiaanse schrijver die ooit de roman ‘Kaputt’ zou schrijven, oorlogscorrespondent voor ‘Corriere de la Sera’, in Iasi, in het noorden van Moldavië, op weg naar het front. is vlakbij. Hij is arbeidsongeschikt door een ernstige allergie en zijn enige kans op herstel is het vinden van een joodse arts, een allergoloog die in Florence heeft gestudeerd, genaamd Josef Gruber. Al zijn pogingen om hem te vinden zijn mislukt. Terwijl hij naar hem op zoek is, ontdekt Curzio dat er in Iasi, enkele dagen voor zijn aankomst, een gewelddadige antisemitische pogrom heeft plaatsgevonden en dat een groot aantal Joodse burgers van Iasi per trein is gedeporteerd en dat Dr. Gruber mogelijk een van hen is. Om hem te vinden probeert Curzio, bijgestaan ​​door Guido Sartori, de Italiaanse consul in Iasi, een officieel bevel te verkrijgen om Josef Gruber terug te brengen. Hij wordt geconfronteerd met onverschilligheid, grofheid en de wens van de Roemeense autoriteiten om iets te verbergen dat verband houdt met de deportatie van de Iasi-joden. Zijn reizen tussen het garnizoen van Iasi en zijn commandant, kolonel Niculescu-Coca, en hoofd van politie Stavarache, zijn vruchteloos. Na een confrontatie met Niculescu-Coca vertrekken Curzio en Sartori op zoek naar de Joden die, na een aantal nachten – waarin velen van hen werden neergeschoten op de binnenplaats van het politiebureau, op een goederenwagen werden geladen en naar een station 20 kilometer verderop werden gestuurd. Iasi. Daar aangekomen vinden Curzio en Sartori een aantal afgesloten wagens waaruit gekreun en gejammer van mensen in doodsangst te horen is. Curzio wil een wagen openen en wordt onder schot tegengehouden door een korporaal. De twee vernemen van de korporaal dat de Joden die in de trein van de dorst zijn omgekomen, al zijn uitgeladen en worden begraven op een nabijgelegen begraafplaats. Daar aangekomen, vóór een massagraf waar lichamen bedekt met ongebluste kalk kunnen worden onderscheiden, ontdekt Curzio dat de man die hij zoekt, Josef Gruber, een van de doden is. De volgende dag, terug in het hotel, krijgt Curzio bezoek van kolonel Niculescu-Coca, die zich verontschuldigt voor de woordenwisseling van de voorgaande dag en onverwacht nieuws heeft voor Curzio.